De beek stroomt van de oosthoek van De Heimanshof tot aan het bosmeertje bij de Struintuin.
Fysieke kenmerken
De beek was tot het jaar 2000 een doodlopende, stinkende sloot vol met rottende bladeren. Toen we het bosplantsoen van de gemeente in beheer kregen, besloten we van de sloot een nieuwe beekbiotoop te maken.
De sloot hebben we slingerend omgegraven en van zand en leem op de bodem voorzien.
Van het bosmeertje (het domein van de ijsvogel) tot het bruggetje is het nu een Limburgse beek met een bronnetjesbos en van de brug tot de waterval een beek uit de Achterhoek.
Soorten/samenhang
Planten zoals fonteinkruid en waterviolier groeien in de luwte van de stroming, achter stenen en boomwortels.
Aan de oever treft u onder meer de hangende zegge, fijne zegge, paarbladig en verspreidbladig goudveil, beekpunge en gele lis aan. Ook voelen insecten zoals de eendagsvliegen, houtpantserjuffers en oeverlibellen zich hier thuis.
Op het water zijn bij warm weer de schaatsenrijders actief.
In deze bomenrijke omgeving zijn het hele jaar door vele soorten vogels te zien en te horen.
De meest bijzondere bewoner is de ijsvogel die in de kleiwand bij het bosmeertje nestelt. Hij heeft soms wel drie keer per jaar een nest jongen. Hij is regelmatig te zien (en nog vaker te horen) als hij jaagt op de vele stekelbaarsjes en salamanders in de beek.
Toptijd
Het geluid van stromend water maakt de beek het hele jaar door de moeite waard.
De kleurrijkste periode is het late voorjaar, als het jonge blad het zonlicht tempert terwijl de belangrijkste plantensoorten bloeien.