De boomgaard ligt aan de noordkant van de kruidentuin bij de kas.

Veertig jaar geleden is deze boomgaard aangelegd met laagstam appelvariëteiten afkomstig van de Fruittuinen uit het centrum van Hoofddorp.
Na 2010 is de biodiversiteit uitgebreid met de Notarisappel, twee kwetsen (pruimen), een Noord-Hollandse suikerpeer en een Conferencepeer.

Fysieke kenmerken

De boomgaard staat op kalkrijke, jaarlijks bemeste kleigrond.

Bomen

Van de fruitbomen zijn kwetsen, peren en de appelvariëteiten Groninger Kroon en Perzikrode Zomerappel zelfbestuivend. Voor de ontwikkeling van vruchten van de overige appelvariëteiten zoals Glorie van Holland, Lombard, Notaris, Schone van Boskoop (goudreinet) is de bestuiving door insecten nodig. Hiervoor zijn minstens twee appelvariëteiten met goede stuifmeelkwaliteit nodig.

Door de bemesting hebben zich in de kruidenlaag onder de bomen stikstofminnende planten ontwikkeld

Dieren

Tijdens de bloei van de fruitbomen zijn de honingbij (uit de naburige bijenstal) en de rosse metselbij (uit het dichterbij gelegen insectenhotel) de belangrijkste bestuivers.
Verder worden de bloemen van de fruitbomen bezocht door bladwespen, zweefvliegen, echte vliegen, bloemvliegen, bromvliegen en kleine vlinders.
In de kruidenlaag is de akkerhommel een belangrijke bestuiver voor de smeerwortel, witte dovenetel en sleutelbloem, en het kervelgitje en de fluitenkruidbij op fluitenkruid.

In mei en juni eten de rupsen van de appelstippelmot, de appelroestmijnmot en de appelzaagwesp van de bladeren, de appeltak (nachtvlinder) van de bast en de appelpedaalmot van de bloemen. Op de wollige munt zit het blauwe munthaantje en ontwikkelen zich de rupsen van het muntvlindertje.

Zolang de werksters van de gewone wesp nog de larven en de koningin in het nest moeten voeren, vangen zij vliegen; maar vanaf medio juli geven ze de voorkeur aan dan zoete producten, waaronder rijpe vruchten maar ook limonade…

Toptijd

De boomgaard is in twee perioden van het jaar bijzonder interessant.
- Medio april begint de bloei van de kwetsen, enkele dagen later gaan de bloemen van de Conferencepeer open
- eind april t/m medio mei bloeien de appelvariëteiten.

De oogst begint eind juli met de rode appelen van de Perzikrode Zomerappel. De oogst eindigt in oktober met de goudreinet (of Schone van Boskoop). Daartussen worden de peren en de kwetsen rijp.

Beheer

Het fruit wordt in de zomer en in de herfst geplukt in lessen met schoolkinderen.
In de winter worden de takken van de fruitbomen gesnoeid. De bomen krijgen dan voeding in de vorm van dierlijke mest.
Er vindt geen bestrijding van plantenziekten plaats.

.

Planten

Door de bemesting hebben zich in de kruidenlaag onder de bomen stikstofminnende planten ontwikkeld zoals grote brandnetel, fluitenkruid, krulzuring, gewone smeerwortel en kropaar. Maar ook de scherpe boterbloem, slanke sleutelbloem en witte dovenetel voelen zich er thuis. Aan de voorkant van de boomgaard groeien wollige munt en Oost-Indische kers.

Paddenstoelen

De fruitbomen leven niet samen met hogere paddenstoelen. Alleen op de bodem groeit in de herfst de van organisch materiaal levende, slanke anijstrechterzwam.

Schimmels

Op de bladeren van de appelvariëteiten groeien parasitaire schimmels zoals de appelbladmeeldauw.

Op de rijpe appels groeit appelschurft en vruchtrot.

Van de twee perenvariëteiten is de Conferencepeer zeer vatbaar voor perenroest op de bladeren en perenschurft op de vruchten.

Korstmossen

Uit de mest vrijkomende stikstof heeft op de takken en stammen van de fruitbomen de groei van stikstof- en vooral ammoniakminnende korstmossen gestimuleerd, zoals kapjes- en heksenvingermos, groot-, klein- en kroezig dooiermos.

Wat je tegen kan komen:


appelbloesem


slanke sleutelbloem


honingbij met stuifmeel


rups van stippelmot


grote wolbij

Getekende plaatjes zijn met toestemming ontleend aan de soortenbank.
Meer over o.a. deze planten vind je op www.soortenbank.nl/zoeken.php?zoekmodus=eenvoudig
Vul de naam in en je komt bij een plaatje waarop je moet klikken.