Het duin bestaat uit het hoge duin, het lage duin en het duinbos.
Fysieke kenmerken
De bodem bestaat uit kalkrijk duinzand. Onder dit zand ligt doek om de invloed van de voedselrijke kleigrond tegen te gaan. Het open duin is zonnig en droog. Het duinbos heeft schaduw.
Belangrijkste soorten/ samenhang
Door de zonnige standplaats zijn er veel bloeiende planten die voor hun bestuiving van insecten afhankelijk zijn. Daardoor is ook deze biotoop belangrijk voor bijen, hommels, dagvlinders en veel keversoorten.
Er staan twee orchideesoorten: het soldaatje op het hoge duin en de grote keverorchis langs het schelpenpad bij het duinbos. De grote keverorchis breidt zich gestaag uit. Het soldaatje handhaaft zich.
Op de zuurbes groeit de parasitaire zuurbesbremraap.
Heel kenmerkend op het hoge duin zijn de cipreswolfsmelk en de wilde asperge met het aspergehaantje. Dit is een fraaie keversoort die alleen op asperge voorkomt. Verder ontbreekt de helm en de zandhaver niet.
Op het lage duin staat schaafstro.
Toptijd
De meest interessante tijd is de periode maart tot augustus.
In maart is de gele kornoelje een ware belevenis.
Eind april begint de bloei van het soldaatje en in mei volgt de grote keverorchis. Ondertussen kleurt de cipreswolfsmelk het duin geel en schieten de asperges op.
In de zomermaanden is de beurt aan het kruipend stalkruid en de teunisbloem.
In het najaar zijn de vruchten van de kardinaalsmuts betoverend.
Beheer
Op het open duin wordt de groei van bomen en struiken tegengegaan om het open karakter te behouden.
De zilte zeewind ontbreekt, daarom wordt de zilte situatie nagebootst door geregeld zout te strooien.
Het gedeelte van aan de andere kant van het pad wordt gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd.