Er zijn twee gedeelten:
1. het arme zandstrookje tussen het granietkeienpad en de heg langs de schooltuinen.
2. het gedeelte naast de kleine akker bij de meidoornhaag.
Fysieke kenmerken
De bodem is kalkrijk en tamelijk droog door de zandige en zonnige standplaats.
De vlakke hooiweiden lijken op de gehooide hellinggraslanden. Het verschil zit met name in het ontbreken van reliëf en de omstandigheden droog-vochtig.
Belangrijkste soorten/ samenhang
De bloemen worden door veel insecten bezocht als dagvlinders als het icarusblauwtje, hommels, bijen en keversoorten zoals soldaatjes.
Door de zonnige standplaats komen er veel bestuivende insecten voor.
Tussen de planten liggen rovers als krabspinnen op de loer die met hun schutkleur tegen de kleur van de bloem wegvallen. Zelfs bijen kunnen slachtoffer zijn.
Toptijd
De meest fotogenieke periode is mei t/m juli. In deze periode bloeien de meeste soorten en zijn de meeste insecten actief.
Beheer
In het najaar wordt het grasland gehooid. Na het maaien wordt het maaisel afgevoerd. Hierdoor treedt verschraling op en neemt het aantal soorten toe.
In het voorjaar en de zomer wieden we veel heermoes.
Opslag van bomen en struiken wordt verwijderd om zo het open karakter te behouden.
De meidoornhaag wordt minstens twee keer per jaar bijgesnoeid om de typische bobbelvorm te behouden. De afgeknipte takken met stekels worden zorgvuldig verwijderd om lekke banden van kruiwagens te voorkomen.