De biotoop Schooltuinen komt overeen met die van de akkers.
De tuintjes worden van maart tot de start van de zomervakantie gebruik voor moestuinlessen aan kinderen van het basisonderwijs.
Daarna nemen de moestuingroepen van De Heimanshof (Jeugdnatuurclub en groepen volwassenen) de tuintjes over en betelen die tot maart van het jaar erop.
Fysieke kenmerken
De schooltuintjes worden elk jaar gespit.
Soorten/samenhang
Op de schooltuintjes kunt u vooral zomer -, herfst- en wintergroente vinden. Zoals diverse soorten sla, met name lollo rosso (waar de slakken niet aankomen) en rucola, courgettes, bonensoorten, winterwortel, koolsoorten, andijvie, prei en pompoenen.
Ook de oerbiet, een wilde, zeer grote, oorspronkelijke bietensoort en een aantal ‘vergeten’ groenten worden geteeld, zoals snijbiet, zwarte kool en aardpeer.
Aardpeer heeft knollen die inuline bevatten in plaats van suiker (saccharose) en zijn daarom goed te eten voor diabetespatiënten. Het is een zonnebloemsoort die eetbare knollen vormt en wel 3 meter hoog kan worden.
In onze groentetuinen stimuleren we onze tuinders om allerlei een- en tweejarige kruiden te laten staan. Denk dan aan klaproos, kaardenbol, zwarte toorts, stalkaars, wilde peen, cichorei en teunisbloem.
Diverse gewassen zijn heel aantrekkelijk voor insecten, met name voor vlinders.
Vooral de rupsen van de koolwitjes en die van het gamma-uiltje smullen flink van de gewassen.
Ook diverse bladluissoorten, mieren en lieveheersbeestjes voelen zich in deze omgeving thuis. Af en toe steken aardappelbovisten (paddenstoel) hun kop boven de grond.
Toptijd
Vanaf mei tot diep in het najaar staan de tuintjes vol met allerlei gewassen.
Beheer
De tuintjes worden eind november tot maart leeggeoogst. Dan worden ze gevoed met natuurlijke mest (compost of koemestkorrels) en klaargemaakt voor een nieuw teeltseizoen.