Dansende klokken in het gras
De kievitsbloem (Fritillaria meleagris L.) oftewel de Zwolse tulp, is een echte plant van de streek langs de Overijssels Vecht en op enkele plekken langs de IJssel. Oudere mensen vertellen nog over de bossen Zwolse tulpen die ze als kind plukten. In het Zuid-Hollandse veenweidegebied is een tweede bolwerk te vinden. Oorspronkelijk komt de wilde kievitsbloem voor op klei-op-veengrond, dat in de winter onder water kwam te staan. Door ontwatering en intensiever gebruik van het land (bemesting en beweiding) zijn er steeds minder van deze prachtige bloemen te vinden. Tegenwoordig is de wilde kievitsbloem een zeer zeldzame verschijning en wettelijk beschermd.
Naamgeving
De wetenschappelijke naam is afgeleid van ‘fritillus’, wat dobbelbeker betekent. Deze vergelijking heeft te maken met de vorm van de klokjes en door de tekening van de kievitsbloem, dat op de ogen van een dobbelsteen lijkt. Meleagris is afgeleid van Meleagros, de koning van Kaludon uit de Griekse sage. Letterlijk betekent het parelhoen. De Nederlandse naam Kievitsbloem heeft te maken met de gelijkenis van de gesloten bloem met een kievitseitje. En omdat deze bloem bloeit als de kieviten in april/mei uit hun winterkwartier komen.
Herkenning en verspreiding
De wilde kievitsbloem (Fritillaria meleagris) is een bolgewas uit de leliefamilie (Liliaceae). In april bloeien de kievitsbloemen op de weilanden in de uiterwaarden. Diep rood-paars geblokte bloemen bengelen als klokken aan de ijle stengels. Tussen de paarse bloemen bungelt een enkele witte bloem.
De verspreiding van de wilde kievitsbloem gaat via de relatief grote zaden. Het zaad drijft over het water en verspreidt zich zo. Daarom is het belangrijk dat het groeigebied jaarlijks of in ieder geval om de paar jaar overstroomt. De kievitsbloem doet er maar liefst acht jaar over om in bloei te komen. Dat maakt de plant ook kwetsbaar.
Bestuiving door hommelkoninginnen
De bloemen worden bestoven door hommelkoninginnen. Specifiek door de koninginnen, omdat de bloemen vrij vroeg in het jaar bloeien en de andere hommels dan nog niet actief zijn. In tegenstelling tot bijenkoninginnen, overwinteren hommelkoninginnen alleen en zonder soortgenoten. Voordat ze een nieuw nest gaan maken, vliegen ze eerst rond op zoek naar voedsel. De grote koninginnen passen maar net in de smalle kievitsbloemen. De hommels zijn erg belangrijk voor de soort. Uit onderzoek blijkt namelijk, dat kievitsbloemen die bezocht zijn door de hommels, minder snel ziek worden. Door deze bevruchting krijgt de plant bescherming tegen levensbedreigende schimmelinfecties.
Legende
Toen Christus stierf, was de enige bloem in de tuin van Getsemaneh die zijn kopje niet boog de zuiverwitte kievitsbloem. Een engel daalde uit de hemel en berispte de bloem. Zij bloosde en liet zijn kopje beschaamd hangen. Sindsdien hebben alle kievitsbloemen hangende klokjes.
In De Heimanshof is de kievitsbloem ook te vinden. Kijk tijdens de bloeiperiode (april/mei) eens bij het moerasgedeelte en langs de veenplas.